Waar gaat die Pride over?

‘Ik moet opletten dat mijn ouders niet ontdekken dat ik hier ben’, zegt een stevig gemaquilleerd tienermeisje. Ze wandelt haastig voorbij met een paar vriendinnen, richting vertrekpunt van de Pride-mars die over een paar minuten van start gaat in Montreal, Canada. Je kan opnieuw over de koppen lopen hier, op dit kleurrijk festijn dat vorig jaar niet plaatsvond door de pandemie. Maar wie zijn de mensen achter al die gedurfde outfits eigenlijk? En wat is de geschiedenis van dit evenement?

Traditioneel verdeelt de Pride-mars de samenleving: de ene vindt het een fascinerend kijkstuk, de ander beschouwt het als een politieke manifestatie, terwijl het voor sommigen niet meer is dan een vulgair schouwspel. Waar amper twijfel over bestaat, is dat de Pride-mars een dankbaar thema is voor fotografen. Met een camera in de hand heb je hier altijd prijs. Het is een heel karwei om niet raak te schieten.

Op de knieën

Twee blonde meisjes staan naast elkaar aan de voet van de Mont Royal, een grote heuvel in het midden van de stad, vlak bij het statige Jacques Cartier-monument, een ankerpunt in Montréal. Ze springen in het oog met hun korte rokken en doorschijnende, zwarte shirts die spannen rond hun melkwitte huid. De lange benen van een van hen staan vol opvallende tattoos. Ik herken een stevig uit de kluiten gewassen schorpioen, een enorme bij, een reeks bloemen en een doodskop.

De eigenares van de rijkelijk met inkt versierde benen kijkt me ondertussen indringend aan door de donkere glazen van haar zonnebril. Ook haar armen staan vol tattoos, zie ik door de doorschijnende zwarte stof. In haar hand houdt ze het uiteinde vast van een metalen ketting, die leidt naar de lederen roze halsband rond de nek van haar vriendin.

Ze vormen een intrigerend duo en ik vraag beschroomd of ik hen mag fotograferen. Onverwacht verschijnt meteen een brede glimlach op hun gezichten. Het meisje aan de leiband gaat zelfs spontaan op haar knieën zitten, met de handen iets voor zich uit, als twee voorpootjes van een trouw kwispelende hond. Haar rijzige vriendin kijkt opnieuw streng in de lens en houdt de touwtjes duidelijk stevig in handen.

Eerste gaatjes

Overal zie ik opmerkelijke figuren nu, met maquillage, glitters, valse wimpers, visnetkousen, bdsm-corsetten, chokers en ander kinky materiaal. Ook de roze unicorns zijn goed vertegenwoordigd hier, maar het meest van al zie ik de klassieke regenboogkleuren.

Een mens zou bijna vergeten dat achter die extravagante massa individuele verhalen schuilgaan, die niet te vatten zijn met een paar sensationele foto’s.

‘Ik herinner me nog het moment waarop ik voor het eerst gaatjes liet schieten in m’n oren. Sinds die dag ben ik m’n juwelen minder discreet gaan dragen. Nog later verwierf ik ook de moed om m’n nagels te lakken, in de meest gekke kleuren zelfs, en met glitters. Maar meer dan alleen een bepaalde kledingstijl met make-up en lang haar, heb ik de laatste jaren m’n identiteit, m’n trots en m’n zelfvertrouwen opgebouwd, om me te kleden zoals ik dat zelf wil, met daarbij alleen mijn eigen geluk in gedachten’, legt Lucca uit.

‘De Pride-mars is de parade van de trots, zoals het woord al zegt. De hele energie die errond hangt, leidt tot een bijzondere sfeer, met die uitwisseling van blikken, glimlachen, complimenten en omhelzingen. Het bestaan van zo’n warme en representatieve gemeenschap is essentieel. Al die gechoqueerde, onwetende mensen die ons normaal gezien een blik van walging toewerpen, weten even niet meer waar ze moeten kijken. Ze zwijgen en wij kunnen hen vergeten hier.’

‘Ja, we hebben nog een lange weg af te leggen, maar deelnemen aan de Pride-mars vervult me met liefde’, besluit Lucca.

Perverten

De Pride-mars werd voor het eerst gehouden in de Verenigde Staten op 28 juni 1970, simultaan in verschillende steden. Die marsen werden toen georganiseerd ter herdenking van de rellen die precies een jaar eerder, in 1969, plaatsvonden in New York toen de politie er ’s nachts binnenviel in de Stonewall Inn, een homobar. Niet veel later zouden ook in Europa de eerste Pride-demonstraties georganiseerd worden.

De Stonewall-rellen van 1969 waren een absoluut kantelpunt voor de homogemeenschap. In de Verenigde Staten van de jaren ’50 werden homo’s nog beschouwd als een veiligheidsrisico voor de staat, net zoals communisten en anarchisten. De redenering luidde dat homo’s emotioneel instabiele perverten waren die gemakkelijk te chanteren vielen. Daarom werden ze ontslagen uit hun jobs en uit het Amerikaans leger.

In de val

Sinds 1952 was homoseksualiteit ook als mentale stoornis opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), het bekende handboek voor psychiaters en psychologen. De politie en de FBI hielden lijsten bij van homo’s, hun vrienden en de horecazaken waar ze naartoe trokken. Bars waar homo’s en lesbiennes welkom waren, werden gesloten en de klanten gearresteerd. Verschillende acties werden ondernomen om niet alleen bars, maar ook buurten en parken te zuiveren van homo’s.

Het was eveneens verboden om kleren te dragen die voor het andere geslacht bedoeld waren. Undercoveragenten gingen actief aan de slag om zoveel mogelijk homo’s in de val te lokken. Ze spraken mannen aan in cafés en parken, en als de conversatie leidde tot de mogelijkheid om samen ergens heen te trekken, werden de mannen prompt gearresteerd.

Herdenking

‘De Pride-mars is een feest. We vieren onszelf hier, luid en duidelijk, zonder schroom en zonder angst. Je kan hier al je kleuren laten zien en eens goed uitschreeuwen wie je diep vanbinnen bent, terwijl je omringd wordt door de queer-familie die je in haar armen sluit en die je steunt bij die bevestiging van jezelf’, vertelt Léa. 

‘Maar daarnaast is de mars ook een moment van herdenking. We herdenken de mensen die nooit de kans hebben gehad om aan de wereld te tonen wie ze echt waren, de mensen die een deel van zichzelf onderdrukten en ervoor op de vlucht sloegen. Zovelen hebben schaamte gevoeld, angst gehad, zich verstopt en pijn ervaren.’

‘We herdenken alle mensen die alleen omdat ze homo waren, geïntimideerd, verstoten en in de steek gelaten werden. Al diegenen die verbaal, psychologisch, fysiek, seksueel en economisch geweld hebben ondergaan, gewoon omdat ze anders waren. Zij die in elkaar geslagen en vermoord zijn. En we staan erbij stil dat veel mensen die gruwel ook vandaag nog meemaken.’

‘Tegelijkertijd eren we onze voorgangers, die decennia geleden al vochten voor onze rechten en geconfronteerd werden met onbegrip, een vijandige maatschappij en gewelddadige ordediensten. Met passie en kwaadheid baanden zij de weg voor de Pride-mars zoals we die tegenwoordig kennen.’

‘Ik hoop dat de verenigende kracht die uitgaat van deze massale bijeenkomst groot genoeg is om ook de harten te bereiken van de mensen die zich helemaal alleen voelen. Het zou mooi zijn dat een golf van warmte en opluchting hen bereikt, of ze nu dichtbij of veraf zijn. Deelnemen aan de Pride-mars verschaft me op die manier een gevoel van verbondenheid met hen. We komen samen op de meest inclusieve en zorgzame manier, om te vieren en om te herdenken. Met als doel elkaar te zien en vertrouwen te krijgen in de gang van de geschiedenis. We vinden hier de moed om al onze glitters nog veel meer te laten schitteren’, beschrijft Léa haar gevoel.

Kijkgaatje

De Stonewall Inn was een clandestiene homobar die door de maffia werd opengehouden in het New York van de jaren zestig. Homoseksuele klanten werden er afgeperst, alcohol verdund en aan te hoge prijzen verkocht, er was geen stromend water aan de toog, geen branduitgang en toiletten liepen er voortdurend over. Maar het was wel de enige plaats in de stad waar homo’s konden samenkomen en dansen. De malafide eigenaars kochten de politie om zodat de bar kon openblijven. Ondertussen werd het pand door de onderwereld gebruikt om drugs en andere zaken te verhandelen op de zwarte markt.

Wie de Stonewall Inn wou binnenkomen, werd door een bouncer geïnspecteerd via een kijkgaatje in de deur. Bezoekers moesten ofwel gekend zijn bij de man, ofwel er gay uitzien. Binnenin was de Stonewall Inn zwart geschilderd. De donkere ruimte met dansvloer werd verlicht met een stel pulserende lampen en blacklights.

Cross-dressing

Geregeld viel de politie binnen in de Stonewall Inn, maar omdat de eigenaars smeergeld betaalden, werden ze op voorhand getipt. Voorzorgsmaatregelen werden dus genomen en zodra de politie aan de voordeur verscheen, ging het licht aan, stopte de muziek en hield het cliënteel op met dansen. De standaardprocedure was dat alle aanwezigen in een rij gezet werden om hun identiteitskaart te tonen. Diegenen zonder identiteitskaart werden gearresteerd, net zoals de mannen in drag outfit.

Vrouwelijke agenten namen alle klanten die als vrouw gekleed gingen mee naar het toilet, om daar hun geslacht te controleren. De mensen die fysiek man bleken te zijn, maar zich als vrouw kleedden, werden opgepakt. Ook de aanwezige vrouwen die niet minimaal drie vrouwelijke kledingstukken droegen, werden meegenomen. Cross-dressing was tegen de regels. Na zo’n standaardinval werden de activiteiten opnieuw aangevat en kabbelde de avond verder in de Stonewall Inn.

Vechtende dragqueens

Op 28 juni 1969 om half twee ’s morgens vielen een paar politieagenten de bar binnen, deze keer zonder aankondiging. Er waren ongeveer 200 klanten aanwezig en de procedure verliep niet zoals gewoonlijk. De mensen die in een rij werden gezet, weigerden hun identiteitskaart te tonen, en de mensen die als vrouw gekleed gingen, vertikten het om mee te gaan met de agenten.

De politie riep versterking op, maar een tweede patrouille zou pas vijftien minuten later aankomen. De klanten die intussen de bar mochten verlaten, gingen niet onmiddellijk naar huis, maar hielden zich op vóór de Stonewall Inn, op straat. In een paar minuten tijd verzamelden daar zo’n honderdvijftig mensen. Sommigen kwamen uit de Stonewall Inn, anderen waren afgekomen op het rumoer.

Niet veel later stonden er vijf- à zeshonderd mensen op elkaar gepakt en werd de politie omsingeld door de menigte. Blikken bier, flessen, stenen en zelfs vuilnisbakken vlogen door de lucht. In het gejoel ontstonden er gevechten tussen agenten en dragqueens, die furieus weigerden om in de politiewagen te stappen. Minstens één daarvan sloeg de politie op het hoofd met een handtas, getuigden omstaanders.

Anderen ontsnapten dan weer met de handen geboeid uit de combi toen de agenten hen onbewaakt achterlieten. Een paar demonstranten probeerden zelfs een politievoertuig om te kantelen. De chaos was compleet, er hing elektriciteit in de lucht. Pas om vier uur ’s morgens werd het uiteindelijk weer rustig, die 29ste juni 1969.

‘De Pride-mars is het jaarlijks moment waarop ik volledig mezelf kan zijn, zonder schaamtegevoel, omringd door mensen van mijn gemeenschap, die op mij lijken en die mij begrijpen, die al dan niet dezelfde trauma’s als ik doormaken. Dat alles maakt me automatisch sterker. Het is iets bijzonders waar ik enorm van geniet. De Pride is een belangrijke safe space die gekoesterd moet worden’, vertelt Neven.

‘Om verschillende redenen is het belangrijk om deel te nemen. Om onze zusters te eren bijvoorbeeld, die jarenlang vochten voor onze rechten. Of om een voorbeeld van inclusie en tolerantie te stellen voor de volgende generaties. En om aan de hele wereld te tonen dat we, ongeacht gender en seksuele oriëntatie, verenigd zijn tegenover onverdraagzaamheid en onwetendheid’, verklaart ze stellig.

Gewonden

Ook toen, in 1969, waren mensen de jarenlange pesterijen beu. In de gay scene heerste een collectief gevoel dat het genoeg geweest was. Toch waren de Stonewall-rellen niet georkestreerd. Ze ontstonden spontaan en hadden impact. The New York Times, de New York Post en Daily News berichtten er onmiddellijk over, die laatste zelfs op de voorpagina, en de avond erna was er opnieuw tumult. Duizenden mensen verzamelden nogmaals voor de beruchte homobar. Er werd op lantaarnpalen geklommen en vuilnisbakken gingen in lichterlaaie. Meer dan honderd politieagenten waren aanwezig. Net zoals de avond voordien vielen er gewonden aan beide kanten.

Het opmerkelijke aan deze rellen was dat mensen hun homoseksualiteit plots niet meer verstopten. Opeens waren ze out and about, in de publieke ruimte. Dat was een enorme omwenteling. Mensen die zich eerst onderdrukt voelden, voelden zich nu empowered en eisten respect. De rellen duurden in totaal zes dagen en het was de eerste keer in de geschiedenis dat de bekommernissen uit de gay scene zoveel media-aandacht genereerden. Het leidde in korte tijd tot de oprichting van verschillende homorechtenbewegingen en actiegroepen.

‘Op mijn zestiende ging ik voor het eerst naar de Pride. Ik herinner me nog hoe verboden het voelde, hoe subversief, en welke opwinding dat met zich meebracht. Ik weet ook nog hoe snel ik me daar op m’n plek voelde. Het gemak waarmee al die mensen zich lieten zien aan de buitenwereld, hoe zelfzeker ze waren’, haalt Rim herinneringen op.

‘Het leek op een groot feest, maar ik voelde dat het bovenal een manifestatie was. Een manifestatie voor het recht om te bestaan buiten de heteronormativiteit.’

‘Tijdens mijn eerste Prides vierde ik zowel mijn homoseksualiteit als het gevoel dat ik behoorde tot een gemeenschap waarin ik me herkende. Sinds ik drie jaar geleden van Frankrijk naar het Canadese Montreal verhuisde, is de Pride voor mij een moment van opeisen geworden, een moment waarop ik m’n woede uit tegenover een normatief en onderdrukkend systeem.’

‘De Pride is noodzakelijk. Er wordt gestreden voor de verandering van de norm, zodat we niet meer in hokjes gestopt worden. De laatste jaren ben ik me bewust geworden van verschillende systemen van onderdrukking, van mijn identiteit, en van hoe we leven in een binaire wereld die specifiek gericht is op de genders man en vrouw. In de meeste talen bestaat er naast “man” of “vrouw” geen andere optie, waardoor het moeilijk is om in andere termen over onze identiteiten te denken’, legt Rim uit.

Mensen met borsten

‘Ik identificeer me als een non-binaire, genderfluïde en panseksuele persoon. Het is met die identiteit dat ik vandaag paradeer, topless, omdat ik wil dat men stopt met het seksualiseren van lichamen, in het algemeen, en in het bijzonder de boezems en lichamen die men als “vrouwelijk” labelt’, onderstreept Rim.

‘Het is totaal waanzinnig dat mensen zonder borsten ’s zomers op straat in bloot bovenlijf kunnen paraderen, gelijk wanneer, zonder dat dit problemen stelt, en dat mensen mét borsten die moeten bedekken. Dat duidt op een hiërarchie van de lichamen en een ongelijkheid te midden van nog zoveel andere ongelijkheden waartegen ik wil vechten.’

‘De Pride blijft ook wel een feest voor mij, hoor. Ze symboliseert de fierheid op onze oneindig diverse lichamen. Maar het is ook een erkenning van de pijn die eeuwenlang is toegebracht aan queers, zowel lichamelijk als geestelijk. Onze lichamen dagen het klassieke genderconcept uit en spelen ermee, om dichter te komen bij onze meervoudige, complexe en fluïde waarheden.’

‘De Pride is het bewijs dat de mens te meervoudig en gevarieerd is om vast te blijven zitten in een hokje. We moeten ophouden met denken dat er alleen mannen en vrouwen bestaan op deze planeet. Velen onder ons bestaan buiten deze hokjes en creëren nieuwe aanduidingen en termen om erkend te kunnen worden en om maatschappelijk te kunnen bestaan.’

‘De Pride is in feite de parade van onze nog onbegrepen identiteiten, die uitgedrukt worden met een enorme creativiteit. Want als we ons niet herkennen in de wereld die ons aangeboden wordt, dan creëren we nieuwe werelden, en de mogelijkheden zijn eindeloos’, besluit Rim.

Erfenis

Een jaar na de Stonewall-rellen, op 28 juni 1970, werd de eerste verjaardag van de protesten gevierd met een manifestatie in Christopher Street in New York, de straat waar de Stonewall Inn gevestigd was. Dit evenement werd de Christopher Street Liberation Day genoemd en werd op hetzelfde moment ook in LA en Chicago gehouden, met een mars. Een jaar later gebeurde dat opnieuw, maar dan in nog meer Amerikaanse steden. Het betekende de geboorte van de Gay Pride op grotere schaal. In 1972 werd ook in Londen de eerste Pride-mars gehouden. In Amsterdam vond de eerste demonstratie plaats in 1977, in België in 1978.

Van toen af begonnen zaken te veranderen voor de homogemeenschap, dat staat vast. Maar de strijd is nog lang niet gestreden. Volgens David Carter (1952-2020), die de Stonewall-rellen uitvoerig documenteerde in zijn boek Stonewall, is dé erfenis dan ook de aanhoudende strijd van de LGBTQ+-gemeenschap voor gelijke rechten.

Noot: De marsen en demonstraties die in de jaren zeventig georganiseerd werden, stonden in het teken van ‘Gay Liberation’ en ‘Gay Freedom’, wat toen de benamingen waren om naar deze evenementen te verwijzen. In de jaren tachtig vond een culturele shift plaats en werd geëvolueerd naar het minder activistisch klinkende ‘Gay Pride’. Vandaag wordt simpeler van ‘Pride’ gesproken. In deze tekst hier gebruikte ik voor de coherentie overwegend de laatste term ‘Pride’.

Montreal, August 2021

Bekijk ook mijn andere documentaires:

Gaza

Gaza

Brussel, december 2023

error: Content is protected !!